Tracking & Tracing

Om zendingen te kunnen traceren, moet de zending die voorzien is van een streepjescode of een gecodeerde informatiechip, geïdentificeerd worden op een zogenaamd identificatiepunt (i-punt). Op die manier kan naadloos worden nagegaan welke zending welk punt in een logistiek verzamel- en distributienetwerk heeft gepasseerd en wanneer.

Er is sprake van tracering of het creëren van een verzendingshistorie wanneer het exacte verloop van de zending achteraf kan worden gereconstrueerd met alle belangrijke gebeurtenissen. Tracering kan bijvoorbeeld worden gebruikt om het vervoersproces stap voor stap te herleiden en zo de behandeling van klachten van klanten te vereenvoudigen. Hierdoor kan men eventuele fouten direct toewijzen aan de veroorzaker. Bovendien biedt de regelmatige analyse van de legenden van de zendingen en van de foutmeldingen de mogelijkheid om de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren of een systematische prestatiecontrole van de samenwerkende partners uit te voeren.

Tracking & tracing is een centrale voorwaarde voor de interne en ketenbrede monitoring en voor de analyse van zwakke punten in logistieke processen. Aangezien veel vervoerders tracking & tracing-functies aanbieden via het internet, is tracking & tracing een geintegreerd onderdeel van e-commerce-systemen geworden.